10 07
2009

Beeldenstormlezing

Geplaatst door: krijvenaar in varia

AT Osborne Beeldenstormlezing 2009

De Beeldenstormlezing is gericht op het leveren van een kritische (dan wel kritieke) bijdrage aan de verdere ontwikkeling van het interim-managementvak en wordt in samenwerking georganiseerd door Stichting AT Osborne de Interim Executives Association en het Instituut Interventie Management (IIM).

In deze Beeldenstormlezing gaat de heer Ivo Opstelten in op twee actuele vraagstukken. Als de overheid steeds afhankelijker wordt van externe inhuur, waaronder interim-managers, hoe kan die samenwerking dan vruchtbaar zijn voor het algemeen belang? En, als we als samenleving steeds, in zekere zin, afhankelijker worden van zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), waaronder veel interim-managers, hoe kan de samenwerking tussen beide dan vruchtbaar zijn voor het algemeen belang?

Voelt de zzp-er/interimmanager die voor de overheid werkt niet ook het maatschappelijk belang dat hij of zij heeft voor de opdrachtgever en diens belang? Het beeld van de maatschappelijk werker op interimbasis…

 
Datum: vrijdag 10 juli 2009, Nyenrode Business Universiteit, Breukelen

 

Opstelten gaf in zijn tweeledige visie op de ontwikkeling van de zelfstandige externe professional in het algemeen en op de externe interim-manager in het bijzonder. Ten eerste, gaf hij aan dat de overheid gegeven de vergrijzing en de snelle toename van het aantal zzp-ers meer met zelfstandigen zal gaan samenwerken. En dat het idee van een regisserende overheid die maatschappelijke doelen met teams van in- en externen, planmatig realiseert, goed past binnen een liberale visie op de overheidsorganisatie, mits het opdrachtgeverschap goed is georganiseerd. Ten tweede, gaf hij aan dat  boven het niveau van een goede contractrelatie tussen opdrachtgever en externe opdrachtnemer ook bijzondere betrokkenheid van de ingehuurde professional mag worden verwacht. Met zijn pleidooi voor een overdracht van de klassieke waarden van de loyale overheidsdienaar op de actuele externe, deed hij ook een beroep op het morele kompas van de interimmers in de zaal en daarbuiten met de oproep niet langer “in klussen voor dienst x, y of z te denken”, maar zich tijdens hun opdrachten voor de overheid met het maatschappelijk doel waaraan zij tijdelijk aan zijn verbonden te identificeren, als wij ware zij een klassieke dienaar van de Staat.

Daar waar Opstelten eindigde met een oproep om moreel leiderschap, stelde De Ruijter het als randvoorwaardelijk. In zijn coreferaat onderschreef De Ruijter de boodschap van zijn voorganger dat er meer nodig is dan sec contractrelaties om grote groepen zelfstandigen aan te (gaan) sturen, en vroeg zich hardop af hoe het morele leiderschap van Opstelten er dan uit zou moeten zien. Zijn pleidooi liep van de ZZP-er naar de ZMP-er; van zelfstandige zonder perspectief (…), naar zelfstandige met perspectief. Perspectief op een duurzame samenwerkingsrelatie met de overheid voor zelfstandigen die bij het realiseren van maatschappelijke doelen vanuit de kaders van bijvoorbeeld een voor allen geldende Code of Conduct opereren of vanuit een algemeen erkende professionele afbakening van de eigen beroepsgroep.

Bron: AT Osborne (Marco Mud)