gelekt hoofdstuk 1 van de Miljoenennota
1. Nederland 2020
1.1. Samen werken, samen leven.
“Wij willen samen werken aan groei, duurzaamheid, respect en solidariteit. Aan een samenleving
waarin oog is voor elkaar en waarin recht wordt gedaan aan ieders mogelijkheden en talenten.
Een samenleving ook, waarin de overheid duidelijke grenzen stelt aan wat wel en wat niet kan,
waarin vooral de eigen kracht van de samenleving wordt benut en waarin creativiteit, dynamiek
en eigen initiatief worden ondersteund. Wij willen werken aan een samenleving waarin mensen
zich duurzaam met elkaar verbonden weten. Het is onze ambitie mensen het daarvoor benodigde
vertrouwen in elkaar en in de toekomst te geven. Door in mensen te investeren en door mensen
als bondgenoot tegemoet te treden; vanuit het besef dat we samen sterker staan. Zo willen wij
werken aan een beter Nederland.”
Dit was en is de missie van het kabinet, zoals verwoord in het Coalitieakkoord van februari 2007.
Deze missie staat recht overeind. De omstandigheden waaronder de klus geklaard moet worden
zijn het afgelopen jaar echt veranderd op een manier die uniek is in de recente geschiedenis van
ons land. Dat is bepaald geen reden om bij de pakken neer te zitten of onze
langetermijndoelstellingen op te geven. Wel is het reden om op een aantal terreinen de keuzes
die aan de orde zijn fundamenteel te heroverwegen.
1.2 de crisis
De crisis wordt gevoeld door bedrijven, mensen die hun baan verliezen, pensioenvermogens en
de schatkist.
De mondiale crisis heeft de Nederlandse economie fors geraakt. De economie dreigt in 2009 met
bijna 5 procent te krimpen. Volgens de meest recente voorspellingen zal de werkloosheid van
2008 op 2010 verdubbelen tot ruim 600 duizend mensen en zal het EMU-saldo met ruim 40
miljard euro verslechteren van een overschot van 0,7 procent naar een tekort van – 6,3 procent.
Ook is het aantal faillissementen in het bedrijfsleven vooral in de eerste helft van 2009 fors
toegenomen en dit aantal zal naar verwachting ook in 2010 nog hoog zijn.
Wat de komende tijd ons zal brengen is onvoorspelbaar. Bevinden we ons in het oog van de
crisis, een periode van relatieve rust tussen de eerste golf van economische neergang en een
tweede hevige fase met de vertraagde effecten van die eerste golf? Of is er perspectief op
daadwerkelijk herstel van vertrouwen, kredietverlening en wereldhandel? mogelijk zullen we daar
pas over geruime tijd zicht op krijgen. Maar de contouren van de omvang en gevolgen van deze
crisis beginnen wel duidelijk te worden. Het is de ernstigste economische crisis sinds de Grote
Depressie van de jaren dertig.
De crisis werkt met enige vertraging door op de arbeidsmarkt en de financiële positie van
mensen.
Voor de meeste Nederlanders zal gelden…
dat hun koopkracht aan het eind van 2010 hoger is dan aan het einde van 2008. Zij zullen de klap
van de crisis in ieder geval in hun portemonnee nog niet voelen, maar de prijs wordt nu en in de
toekomst wel degelijk ergens betaald. Door de overheid die haar schuld van jaar tot jaar ziet
oplopen, door bedrijven die hun winstgevendheid aangetast zien, de gepensioneerden en
pensioenfondsen die hun vermogens hebben zien krimpen, door huizenbezitters die de waarde
van hun huis hebben zien dalen en door werknemers en zelfstandigen die hun werk en inkomen
verliezen.
….Het crisispakket wordt uitgevoerd…
Het overheidsbeleid is er ook in 2010 op gericht om de gevolgen van crisis voor Nederland zo
goed mogelijk op te vangen en zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het crisispakket dat in het voorjaar
van 2009 werd afgesloten, wordt onverkort uitgevoerd, wat ook in 2010 weer leidt tot miljarden
uitgaven en investeringen van rijk en lagere overheden ter stimulering van zowel de
consumptieve vraag als van investeringen door bedrijven, het liefst zo duurzaam mogelijk. Ook
niet-financiële instrumenten worden daarbij ingezet, zoals een versnelling van ingrepen gericht op
vermindering van regeldruk en de introductie van de crisis- en herstelwet.
Het kabinet heeft zich in het voorjaar van 2009 ook al gebogen over de periode na de crisis. Zo
werd besloten al in 2011 – in een maatvoering die afhankelijk is van het tempo van economisch
herstel – op de uitgaven te bezuinigen om zo een begin te maken met het weer op orde brengen
van de overheidsfinanciën. ook werd een sociaal akkoord met sociale partners gesloten gericht
op het realiseren van een verantwoorde loonontwikkeling in de marktsector die door zou werken
in de lonen en uitkeringen in de collectieve sector. Besloten werd een wetsvoorstel in te dienen
dat de regering verplicht het financieringstekort met tenminste 0,5 procent per jaar omlaag te
brengen. Een eventueel nog te formuleren hogere ambitie is afhankelijk van de ontwikkeling van
de economie, de stand van de overheidsfinanciën op de middellange termijn en afspraken met de
Europese Commissie. Tenslotte heeft het kabinet tot een pakket maatregelen besloten rond de
AOW leeftijd (met de mogelijkheid voor de SER om met een gelijkwaardig alternatief te komen),
de zorgkosten en de fiscale behandeling van het eigen huis, die ten doel hebben ook op termijn
de overheidsfinanciën te verbeteren.
…maar met de arbeidsmarkt en de schatkist komt het na de crisis niet vanzelf goed…
Inmiddels weten we dat dit genoeg zal zijn. Zelfs als de economie terugkeert naar een groei zoals
we gewend waren voor de crisis (ongeveer 2 procent per jaar) verbetert het tekort nauwelijks en
groeit ook de schuld per jaar met ongeveer 30 miljard euro. De rente-uitgaven bedragen dan al
meer dan de uitgaven aan het basisonderwijs en de kinderopvang tezamen. Dit geeft urgentie
overduidelijk aan. Niets doen is geen optie. In het licht van de vergrijzing en andere
langetermijnuitdagingen voor onze samenleving – van de nieuwe Deltawet (strijd tegen het water)
tot de leefbaarheid in de volkswijken en intergratie – is het onverantwoord de nationale schuld en
daarmee de samenhangende rentebetalingen ongecontroleerd verder te laten stijgen. De
verplichtingen van Nederland in het Europese groei en stabiliteitspact verzetten zich ook
hiertegen. Tenslotte is het in licht van een eerlijke verdeling van lusten en lusten tussen huidige
en toekomstige generaties niet acceptabel deze last volledig op de toekomst af te wentelen. Als
elke baby die dit jaar geboren wordt de onbalans van dit jaar (30 miljard euro) zou moeten
dragen, bedraagt de rekening 160 duizend euro per baby.
Ook op de arbeidsmarkt zullen de problemen niet zo snel verdwijnen als ze opgekomen zijn. Als
er ruim 600 duizend werklozen zijn, dan is er in 1 op de 12 huishoudens iemand onvrijwillig
werkloos. Hierdoor kunnen gezinnen vroeg of laat in de problemen komen met het betalen van
hun hypotheek. Het leidt tot achterstanden op de arbeidsmarkt die later maar moeizaam weer
goed zijn te maken. Helaas leert zowel de geschiedenis als de economische theorie ons dat de
werkloosheid hardnekkig kan blijven steken op niveaus die veel hoger liggen dan voor de crisis.
Het komend decennium zal het ook hier onvermijdelijk zijn aanvullende maatregelen te nemen.
Enerzijds vanwege het persoonlijke drama dat onvrijwillige werkloosheid, voor ouderen en voor
jongeren, met zich meebrengt. En daarnaast beïnvloeden de kosten van een langdurig hoge
werkloosheid de snelheid waarmee de Nederlandse economie zich weer uit de crisis omhoog
weet te werken.
…ook de energiecrisis en de klimaatcrisis zullen ons voor grote uitdagingen stellen…
Het is duidelijk dat de arbeidsmarkt en de schatkist Nederland voor fundamentele en urgente
opgaven stellen. Het gaat hier echter om meer dan de tering naar de nering zetten. De huidige
economische crisis schuift over andere fundamentele problemen waar onze maatschappij
tegenop loopt: een wereldwijd tekort aan energie en grondstoffen, de voortgaande aantasting van
milieu en klimaat, de snelle opkomst van nieuwe economieën en de verschuiving van het
economisch zwaartepunt als gevolg daarvan. Weliswaar worden economie en samenleving daar
minder rechtstreeks en acuut door geraakt, maar op de lange termijn zijn deze ontwikkelingen
minstens zo ontwrichtend. Om de aarde op een verantwoorde manier aan volgende generaties
door te kunnen geven, moeten de doelen die wij ons hebben gesteld op het gebied van
energiebesparing en energieverduurzaming onverminderd gehaald worden. De verminderde
CO2-uitstoot tijdens de crisis doet niets af aan de noodzaak onze economie fundamenteel en
competitief te verduurzamen, op nationale en internationale schaal. het op orde brengen van
arbeidsmarkt en schatkist is daarmee niet alleen belangrijk omdat het zelfstandig op te lossen
problemen zijn. Het bepaalt evenzeer ons vermogen andere globale problemen tijdig, adequaat
en met voldoende middelen van een passend antwoord te voorzien.
…dat vraagt vertrouwen, draagvlak en wederkerigheid…
Deze crisis begon als een financiële crisis. De (her) ordening van financiële markten, de
verbetering van het bestuur van banken en de verscherping van het toezicht zijn echter nog
nauwelijks het stadium van praten en papier voorbij. De nodige aanpassingen zullen met grote
urgentie moeten worden doorgevoerd voordat oude gewoonten weer de kop opsteken; en daar is
helaas her en der al sprake van. De dynamiek hierachter toont dat de financiële crisis ook te zien
valt als een morele crisis. Hebzucht wordt inmiddels zelfs door bankiers als een van de
belangrijkste oorzaken van de crisis gezien. Maar het gaat om meer dan alleen onverantwoord
gedrag van bankiers. De manier waarop we collectief – soms als investeerder, soms als
aandeelhouder, soms als consument – streefden naar meer, meer, meer, bleek niet vol te houden
en oversteeg de spankracht van de middelen die ons ter beschikking staan. Het antwoord op de
crisis moet dan ook niet alleen rekening houden met de verhouding tussen markt en overheid,
maar ook oog hebben voor morele kwesties als matiging, dienstbaarheid, solidariteit,
duurzaamheid en gemeenschapszin.
Een aanpak die zich louter richt op regulering en toezicht schiet dan tekort.
Het gaat minstens zozeer over normbesef en de verantwoordelijkheid die mensen zelf willen
nemen voor hun handelen en de gevolgen daarvan. De rol van de overheid is dan per definitie
beperkt maar niettemin belangrijk, bijvoorbeeld bij het bevorderen van herstel van vertrouwen. In
het bankwezen, tussen burgers onderling en tussen burgers en bestuurders.. Zowel in de private
als in de (semi)-publieke sector verklaart dit de kabinetsinzet op maatschappelijk verantwoord
ondernemen, beter toezicht , meer transparantie en een einde aan de beloningsexcessen.
dat is temeer belangrijk om dat voor veel burgers de crisis buiten hen om is ontstaan terwijl hen
nu gevraagd wordt zelfs een (soms pijnlijke) bijdrage te leveren om weer uit het dal te klimmen.
Juist dan zijn eerlijkheid, vertrouwen en draagvlak cruciaal. En vooral ook wederkerigheid. Omdat
burgers alleen maar bereid zijn hun bijdrage te leveren als ze daartegenover een overheid
kunnen verwachten die de lusten en lasten eerlijk verdeelt, talent de ruimte biedt en beschermt
en beveiligt wat kwetsbaar is. In dat licht is het belangrijk dat het kabinet in het voorjaar van 2009
ook besloot om zich met haar inspanningen op het gebied van onderwijs en onderzoek te binden
aan de langetermijndoelstellingen van het OESO-gemiddelde.
…. niet alleen nationaal maar ook internationaal….
Hoewel de crisis begon op de Amerikaanse huizenmarkt en financiële markten, ligt een diepere
oorzaak in fundamentele onevenwichtigheden in de wereldeconomie. De gevolgen zijn ook op
wereldschaal te zien.
Markten zijn geglobaliseerd en bijna alle economieën ter wereld lijden onder de huidige crisis. Dat
is altijd een context geweest waarbinnen protectionisme een kans krijgt en geopolitieke
spanningen kunnen ontstaan. Voor ontwikkelingslanden komt daar nog bovenop dat zij al te
maken hadden met de gevolgen van de energie- en voedselcrisis. Zij betalen dan ook een heel
hoge prijs.
De uitdagingen waarvoor we ons gesteld zien – deze crisis, maar ook klimaatverandering,
internationaal terrorisme en pandemieën – kunnen we alleen samen met anderen het hoofd
bieden. Het belang van een actief buitenlands beleid kan in tijden van krimp en onzekerheid niet
worden overschat. Alleen door de handen ineen te slaan en gezamenlijk oplossingen te vinden
voor grensoverschrijdende problemen kunnen we Nederlandse banen zeker stellen, onze
veiligheid, ons milieu en onze gezondheid waarborgen en tegelijk iets doen aan de schrijnende
armoede en ongelijkheid in de wereld.
Een globale crisis vraagt ook om een globaal antwoord. In veel opzichten gebeurt dat gelukkig
ook beter dan ooit tevoren, bijvoorbeeld in het werk van de Verenigde Naties, het IMF, de
Europese Unie en e G20. Handhaving van de internationale rechtsorde, het bevorderen van
vrede en veiligheid en het halen van de Millenniumdoelstellingen zijn daarbij onverminderd de
ambities. Maar juist voor de positie van de kwetsbaarste landen is het nu essentieel om deze
globale benadering te completeren met eerlijks wereldhandelsverhoudingen. Dit kan bereikt
worden het snel afronden van de Doha-ronde en een evenwichtige verdeling van de lusten en
lasten van het streven naar een meer duurzame energievoorziening door een succesvolle
afronding van klimaatconferentie in Kopenhagen in december 2008.
1.3 Nederland 2020: Nederland na de crisis
De crisis biedt ook kansen….
Hoezeer we de schade van de crisis op de korte termijn ook beperkt hebben weten te houden, ze
is nog niet voorbij. Voor wie de effecten wel merkt, moeten deze niet worden onderschat. Verlies
van een baan, verlies van een bedrijf, het niet indexeren van een pensioen, verlies van een
investering; het kan leed betekenen dat mensen nog jaren met zich mee dragen. Veel
overheidsbeleid, met name in de sociale zekerheid, is dan ook primair bedoeld om voor deze
mensen de klappen zo goed mogelijk op te vangen.
Maar meteen daarna komt het andere gezicht van de crisis. Gezonde bedrijven zullen goed in
staat zijn de crisis te overleven en krijgen daarna nieuwe gelegenheid tot krachtige expansie.
Innovatie en creativiteit krijgen een kans. Nog duidelijker wordt dat duurzaam ook doelmatig en
concurrerend kan zijn. Een gevoel van urgentie steekt de kop op waardoor ineens veel meer kan.
Vele crises hebben laten zien dat mensen na een crisis goed begrijpen wat nodig is en in staat
zijn tot formidabele prestaties vanuit een doorleefd gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid
voor onze toekomst. Nederland heeft na de crisis dus ook een heleboel kansen!
Daar komt nu bij dat de situatie rond de sterk verslechterde overheidsfinanciën ons dwingt om
duidelijke keuzes te maken. In de schatkist zullen de komende jaren weinig extraatjes te vinden
zijn. Besparingen zijn nodig om de staatsschuld af te kunnen lossen, maar ook om geld vrij te
spelen voor eventueel nieuw beleid. Dat zal gezien de aard en omvang van de financiële
problematiek niet lukken door her en der wat procenten van begrotingen af te schaven. De
heroverweging zal fundamenteler en ambitieuzer moeten zijn. Maar daarin schuilt ook de kans
voor herontwerp, de kans om vastzittende debatten los te trekken, de kans om de verkokering te
doorbreken.
….Nederland 2020: samen slimmer, schoner, sterker, solidair en solide….
De komende jaren zal veel overheidsbeleid ter discussie komen te staan. En dat is goed. Alleen
op die manier durven we fundamenteel na te denken over onze ambities en idealen voor
Nederland in 2020: samen slimmer, schoner, sterker, solidair, en solide. Om het maatschappelijk
debat daarover te entameren en de verschillende opties tegen elkaar af te kunnen wegen en
waar mogelijk reeds ten uitvoer te brengen, heeft het kabinet de volgende ambities deels oud,
deels nieuw:
1. Op orde brengen van de financiële sector. Het bestuur van banken zal worden verbeterd, de
bonuscultuur zal worden ingeperkt, het toezicht zal worden verscherpt. Nederland zal een
voorvechter zijn van internationale samenwerking in Europa en de G20. Het belastinggeld
waarmee banken gered zijn, zal zo snel als verantwoord mogelijk uit de banken worden
teruggetrokken. De kredietverlening aan bedrijven wordt continu gemonitord en waar nodig
ondersteund.
2. Duurzaam energie- en klimaatbeleid. Een tussentijdse evaluatie van Schoon en Zuinig was
reeds voor 2010 gepland. Met als ijkpunt 2020 beslaat deze evaluatie de volle breedte van het
energie- en klimaatbeleid en zullen de belangrijkste ambities en instrumenten worden
neergelegd. Ook zal het kabinet zich actief opstellen bij en voorafgaand aan de komende
klimaatconferentie in Kopenhagen in december 2009 om een globaal klimaatakkoord af te
kunnen sluiten.
3. Bestrijden werkloosheid, verhoging arbeidsparticipatie.
De komende jaren zal de werkloosheid helaas hoog zijn. Naast het aanbodprobleem dat zich op
middellange termijn onverminderd aan zal dienen, zal op korte termijn ook van een
vraagprobleem sprake zijn. De doelstelling zou niettemin moeten zijn om de werkloosheid zo snel
mogelijk weer terug te brengen naar het niveau van voor de crisis en verder te werken aan de
ambitie van een arbeidsparticipatie van 80 procent.
4. Revitalisering Middenveld.
Vertrouwen in democratische instituties, politici en bestuurders is belangrijk en het is cruciaal om
de maatschappelijke samenhang te bewaken. Verdediging en handhaving van rechtstaat en
grondwettelijke vrijheden, en het bevorderen van participatie en integratie zijn daarbij onmisbaar.
Ook moet de legitimiteit van het maatschappelijke middenveld versterkt worden. Maar het
vertrouwen dat daarvoor nodig is moet steeds weer verdiend worden. Het kabinet zal daarom
haar agenda rond matiging van salarissen in de (semi-) publieke sector en het bevorderen van
beter bestuur en verantwoording bij zorginstellingen, onderwijsinstellingen en corporaties,
versnellen.
5. Groei, kennis, innovatie en ondernemerschap.
Onderwijs, kennis, innovatie en (maatschappelijk verantwoord) ondernemerschap zijn belangrijke
bronnen van economische groei. Die groei gaan we hard nodig hebben. in het crisispakket legde
het kabinet zich voor zijn inspanningen op het terrein van onderwijs en onderzoek vast op het
OESO- gemiddelde. Momenteel zit Nederland op dat niveau. In het licht van de financiële krapte
zal op korte termijn de uitdaging vooral zijn om dat zo te houden. Ook moet bekeken worden in
hoeverre en in welk tempo deze doelstelling verder aangescherpt kan worden, ten behoeve van
de kwaliteit van het onderwijs en de innovatiekracht van de economie.
6. Brede Heroverwegingen.
Bovenstaande oude en nieuwe ambities van het kabinet dienen gerealiseerd te worden vanuit
een budgettaire uitgangspositie die sterk is verslechterd. De Studiegroep Begrotingsruimte zal die
uitgangspositie nader analyseren en van adviezen voorzien. Tevens is van belang om, teneinde
op de middellange termijn weer tot gezonde overheidsfinanciën te komen, de inzet van
begrotings- en premie-uitgaven en belastinguitgaven te heroverwegen.
Het kabinet zal dit weer mogelijk betrekken bij de begrotingsvoorbereiding 2011/2012. Daarbij
worden per onderwerp verschillende varianten omschreven, waaronder een besparingsvariant
van -20 procent.
7. Herziening Belastingstelsel
Een brede heroverwegingsoperatie roept ook fundamentele vragen op over solide en solidaire
financiering en over de lastenontwikkeling. In dat kader zal een voorstudie worden gedaan naar
mogelijke vernieuwingen van het belastingstelsel.
……het perspectief is uitdagend, maar tot 2020 kunnen we niet wachten
Wie wil werken aan een Nederland dat er in 2020 slimmer, schoner, sterker, solide en solidair
voor staat, moet al in de komende jaren ingrijpende keuzes durven maken en verreikende
beslissingen durven nemen zonder dat vitale publieke belangen daarbij in de knel komen. Dat
vraagt zorgvuldigheid en de bereidheid fundamenteel, over departementale muren heen, te
heroverwegen. Maar naast zorgvuldigheid is ook haast geboden. Het kabinet neemt zich dan ook
voor om over bovenstaande ambities in het tweede kwartaal van 2010 aan de Kamer te kunnen
rapporteren. Wij realiseren ons de reikwijdte van bovenstaande vragen, de implicaties van de
mogelijke antwoorden, de heftigheid die het debat zal losmaken. En toch is dit het debat dat moet
worden gevoerd. Wij willen dat Nederland in 2020, ook als er minder (financiële) middelen ter
beschikking staan, een samenleving is waarin wie hier verblijft zich veilig en thuis kan voelen; dat
we een economie hebben die innovatief, duurzaam en solide is; dat we een verzorgingsstaat
hebben die beschermt en activeert; dat onze rechtstaat eenieder gelijke bescherming biedt; dat
we kansen bieden voor de jeugd en dat onze internationale reputatie blijft getuigen van een land
dat zijn plaats in de wereld fier inneemt en de daarbij behorende internationale
verantwoordelijkheid en verplichtingen op zich neemt.
Bron: RTL Nieuws