Menzis en reputatie
De werknemer in de zorg geeft politiek en verzekeraar onvoldoende. Met een rapportcijfer van respectievelijk een 4,1 en een 4,7 krijgen politiek en zorgverzekeraars van werknemers in de zorg een dikke onvoldoende als het gaat om hun inspanningen voor kwaliteit van zorg.
Uit een landelijke zorgenquête van zorgverzekeraar Menzis onder ruim vierduizend werknemers in de zorg blijkt dat bijna zeven van de tien geënquêteerden vinden dat er vanuit de politiek te weinig geld voor de zorg beschikbaar is. De geënquêteerden zijn ook kritisch over de zorgverzekeraars. Zij kijken te veel naar hun eigen belang, zijn uit op winst, en hebben volgens de respondenten te weinig oog voor de mensen om wie het gaat. Zorgverleners zijn daarnaast kritisch over marktwerking. Marktwerking maakt de zorg duurder en gaat vaak ten koste van de patiënt of cliënt, is het oordeel.
Meer overleg?
Specifieke problemen onder werknemers, zoals landelijke regelgeving, agressie of werksfeer, belooft Menzis aan te kaarten bij zorgverleners, koepelorganisaties en politiek. Menzis verbaast zich over het feit dat er geen overlegorgaan is waarin alle partijen (patiënten, zorgverleners, zorgverzekeraars en toezichthouders) elkaar treffen. Menzis heeft daarom naar voorbeeld van de SER, het initiatief genomen voor de oprichting van een Stichting voor de Zorg.
Met Menzis dan maar terug naar vroeger, naar het oeverloos vergaderen onder de vleugels van NRV (nu: RVZ), Ziekenfondsraad (nu: CVZ) en andere adviesorganen als COTG (nu: in NZa) ? Hoe fijn het pluche ook zat voor de eerste partijen, de derde partij – patiënten – leden in die fora vooral onder het klapstoel-effect, het ‘Dank voor uw patiëntenperspectief in dit dossier, maar nu het om de bijbehorende financiën gaat, wordt u vriendelijk verzocht om buiten te wachten op ons besluit”.