12 06
2012

‘Nederland verroemeriseert’

Geplaatst door: krijvenaar in Brussel, Den Haag morgen

‘Politici zaaiden het anti EU-sentiment’ (Volkskrant opinie)

Auteur: Uwe Arnhold, uit Duitsland afkomstige jurist, sinds 1997 in Nederland.

Bij de verdere Europese integratie trekken Berlijn en Den Haag niet meer samen op. Bondskanselier Angela Merkel wil macht aan Europa overdragen. De Nederlandse politici willen dat met uitzondering van Alexander Pechtold (D66) niet.

Wil Merkel de Duitse macht in Europa vergroten en wil Den Haag het verlies van Nederlandse macht voorkomen? Dat zou je kunnen denken als je nieuws leest. Op het internet is dan ook al sprake van het Vierde Rijk – onzin die men tot nu toe slechts uit Griekenland kende.

Het is zorgelijk dat het bon ton in Den Haag lijkt te worden aan nationale sentimenten en onderbuikgevoelens te appelleren in plaats van een zakelijke en serieuze discussie te voeren. Is het politieke midden in Nederland al zo ver verwilderd en geroemeriseerd?

De vraag is: wie wint en wie verliest bij een overdracht van nog meer nationale soevereniteit aan de instituties van de EU. Ten eerste: Duitsland verliest. Op dit moment is Duitsland de sterkste economische macht op dit continent. Deze macht is de macht van het geld. Want wie betaalt, die bepaalt. Als Berlijn geen zin in euro-obligaties heeft, dan komen die er niet. En als Berlijn uit angst voor de kiezer niet nog meer risico’s neemt ten gunste van andere Europese economieën, dan wordt het leven van vele Zuid-Europeanen moeilijker. Zo simpel is het.

Als nationale soevereiniteit aan de EU wordt overgedragen, verschuift ook macht van Berlijn naar Brussel. Waarom stemt mevrouw Merkel hiermee in? Omdat zij weet wat iedereen weet of zou kunnen weten, namelijk dat een oplossing van de tegenwoordige crisis en het waarborgen van ons aller welvaart alleen door meer Europa te bewerkstelligen is. En in tegenstelling tot de meeste Nederlandse politici durft zij het nog uit te spreken ook.

Maar in Duitsland zijn de staatkundige verhoudingen anders dan in Nederland. Het verschuiven van macht uit Berlijn is daar niet zo’n punt, want zoveel macht heeft Berlijn niet. De federale regering gaat alleen over buitenlandse zaken en defensie, de sociale zekerheid, de federale belastingen en het monetaire stelsel. Op de andere beleidsterreinen maken de deelstaten de dienst uit. Je zou bijna kunnen zeggen dat de bondskanselier voor Nederlanders belangrijker is dan voor Duitsers.

Het Duitse systeem kent een veelvoud aan checks en balances. Alles is gericht op een zo effectief mogelijk functioneren van de democratische rechtsstaat. Daarover waakt in laatste instantie het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe, en dat houdt niet van machtsuitoefening via achterkamertjes. Dat de vergaderingen van staats- en regeringschef in Brussel de democratisch gelegitimeerde en gecontroleerde macht van het parlement en de rechten van de burger aantast, is Karlsruhe een gruwel. Duitsland staat open voor de democratisch ingerichte Verenigde Staten van Europa.

Verlies

De tweede vraag is: wat heeft Nederland bij meer Europa te verliezen? In de Verenigde Staten van Amerika heeft Rhode Island in de Senaat net zoveel stemmen als Californië. En in de huidige Europese Unie hebben Nederland, Luxemburg, Malta en Cypus net zoveel formele macht als Frankrijk en Duitsland. Wat zij niet hebben, is een informele macht van een gelijk niveau. Juist de kleinere landen kunnen dus alleen maar winnen bij een federale EU.

Zoals Arnon Grunberg niet moe wordt op de voorpagina van de Volkskrant te schrijven, is Nederland economisch gezien een Duitse provincie. Als een Europese deelstaat heeft het dus niets te verliezen. En wat verliest de burger door Europa? Als zijn rechten door de Nederlandse wetgever geschonden worden, kan hij dan ergens in Den Haag terecht? Nee, maar hij wordt wel gehoord in Luxemburg en Straatsburg.

Op gelijke wijze is de milieu- en natuurbeweging blij met de Europese garanties voor milieu- en natuurbescherming. De ondernemers willen niet meer zonder het vrije verkeer van goederen en diensten. Werknemers bouwen dankzij de EU nu ook in Nederland tijdens ziekte verlofrechten op. En zonder subsidies uit Brussel zouden er vermoedelijk nauwelijks nog Nederlandse boeren zijn. Waarom dan toch deze anti-Europese houding? Heeft het te maken met een Nederlands Calimerocomplex? Waarom heeft dan Luxemburg daar dan geen last van? Of heeft vooral Nederland ondervonden dat iedere schaalvergroting verlies voor velen en winst voor weinigen oplevert?

Dat zou niet verklaren waarom de politici die verantwoordelijk zijn voor die ontwikkeling de angsten voor Europa voeden en stimuleren. Alle voorspoed en vooruitgang zijn successen van het Binnenhof, alle problemen en dilemma’s zijn aan Brussel te wijten.

Vroeger had men minderheden en oorlogen nodig om van het eigen falen af te leiden, nu is Europa daarvoor in de plaats gekomen. Denken Rutte en de zijnen nu echt dat zij met hun getoonde afkeer van eurofilie Geert Wilders de wind uit de zeilen kunnen nemen? Het tegendeel is het geval. Het middenveld verkruimelt en speelt populisme en demagogie in de kaart.

Jason Manolopoulos schreef op 8 juni in de Volkskrant dat de muntunie alleen maar met een politieke unie toekomst heeft, die echter door een gebrek aan leiderschap niet tot stand zal komen. Inderdaad, Schuman, Monnet, De Gasperi, Adenauer, Bech, Beyen en Spaak zijn er niet meer. In Berlijn is men zich de erfenis van deze grootheden ten minste nog bewust.

Tags: , , , , , ,