oppositioneel effect
In de regeerperiode van het minderheidskabinet Rutte-1 (VVD en CDA), door de PVV gedoogd, heeft de oppositie, ondanks al het gekef, geen enkel wetsvoorstel kunnen blokkeren. Uit onderzoek van de stemmingen in de Tweede Kamer tussen 14 oktober 2010, de dag waarop het kabinet onder leiding van Mark Rutte werd beëdigd, en de val van dat kabinet op 23 april 2012 blijkt dat alle 218 wetsvoorstellen, waarover in die periode door handopsteken is gestemd, zijn aangenomen. De hamerstukken zijn niet meegeteld.
De regeringspartijen, de SGP en gedoogpartij PVV stemden het meeste voor. De Partij voor de Dieren en de SP waren de grootste dwarsliggers. De Partij voor de Dieren zag geen heil in 63 van de 218 wetsvoorstellen, de SP gaf in 56 gevallen geen steun.
Tweede Kamerleden dienden onder het kabinet-Rutte 791 keer een voorstel in om een wetsvoorstel te wijzigen. Daarvan werden er 271 aangenomen. Dat betekent dat ruim 34 procent van deze amendementen succes had.
De SP diende de meeste amendementen (204) in, gevolgd door de PvdA (180) en de ChristenUnie (165). Deze oppositiepartijen wisten die voorstellen lang niet allemaal te verzilveren: bij de SP slaagde bijna 19 procent van de pogingen, bij de PvdA en de ChristenUnie was dat ongeveer een kwart.
De regeringspartijen hadden uiteraard meer succes. De VVD kreeg vrijwel al haar 68 amendementen (94 procent) erdoorheen. Ook het CDA, dat er 102 indiende, scoorde met 84 procent hoog. De PVV, goed voor 42 amendementen, kreeg in 64 procent van de gevallen voldoende steun.
GroenLinks deed het vaakst een kansloos voorstel. Van de 58 amendementen waarmee de partij op de proppen kwam, werden de meeste (bijna 85 procent) verworpen. De Partij voor de Dieren, die zelf de minste amendementen indiende (13), stemde het vaakst (649 keer) voor een amendement van een andere partij. Ook GroenLinks (641) en de SP (633) steunden vaak andermans voorstel. VVD, PVV en CDA gaven de minste steun aan amendementen.
Bij moties was het slagingspercentage bijna 40 procent. Het gaat daarbij om een oproep aan het kabinet om actie te ondernemen of om een uitspraak van een of meer Kamerleden om aan te geven dat iets belangrijk is. Van de 3909 ingediende moties, werden er 1547 aangenomen. In 2011 waren er 3679 moties.
De PvdA diende de meeste moties (959) in. Daarvan werden er 320 aangenomen (33 procent). De SP staat tweede met 849 moties en GroenLinks derde, met 654 moties. Maar ook deze partijen moesten bij de stemming vooral een nederlaag incasseren: bij de SP slaagde 21 procent van de pogingen, bij GroenLinks een kwart.
Tags: lobbypraktijk, moties, oppositie, Tweede Kamer, wetgeving