14 02
2009

tabakslobby en reputatie

Geplaatst door: krijvenaar in Lobby-praktijk, varia

In 2007 heeft lobbyadviesbureau PM een mager kwalitatief onderzoek gehouden onder een paar Tweede Kamerleden, overigens geen woordvoerders op het gebied van volksgezondheid, preventie of tabak. Uit dit nauwelijks onderbouwde onderzoek is het beeld geschetst van niet te vertrouwen tabakslobbyisten, dat niet overeenkomt met de werkelijkheid. Waarom toch hier vermelden?

Dit onderzoekje én hoe het gepresenteerd is, is een goed voorbeeld van ‘percepties bouwen’, in dit geval door dit bureau dat commerciële doeleinden nastreeft, via een dun onderzoekje met een betaalde bijeenkomst ten koste van de reputatie van derden. Het in het artikel hieronder vermelde vervolg heeft nooit meer plaatsgevonden. Over vertrouwen gesproken.

Saillante détails zijn dat de door omstandigheden betrokken tabakslobbyisten bewust de resultaten niet tevoren te zien kregen én dat op de bijeenkomst in november 2007 het prominente Tweede Kamerlid Han ten Broeke (VVD) de lans brak voor de professionele wijze waarop tabakslobbyisten hem benaderen.

Jan Sanders, PM, 11 oktober 2007

Lobbyisten worden door 56 procent van de Tweede Kamerleden vertrouwd. Dat blijkt uit een voorproefje van het onderzoek dat lobbyadviesbureau Public Matters deed naar het vertrouwen van de Tweede Kamer in lobbyisten. Het volledige resultaat wordt verwerkt in de bundel “Lobbyisten vertrouwd?!”, die tijdens het lobbyseminar op 8 november in Nieuwspoort wordt gepresenteerd. Wel scoren lobbyisten het laagst in het netwerk van de Kamerleden. Zo genieten de eigen medewerkers, bewindspersonen, ambtenaren, collega-Kamerleden en journalisten meer vertrouwen.

Van alle lobbyisten hebben de belangenbehartigers uit de transportsector het beste imago. Maar liefst 88 procent van de Kamerleden heeft redelijk tot veel vertrouwen in hen. ‘Een plezierig hoge constatering,’ zegt Jaap Jelle Feenstra, hoofd public affairs bij het Havenbedrijf Rotterdam en een van de sprekers op het seminar.

Tabakslobbyisten staan onderaan in de pikorde: 80 procent van de Kamerleden geeft aan geen tot weinig vertrouwen in hen te hebben. ‘Het zal wel,’ reageert Michiel Krijvenaar, manager corporate affairs bij tabaksproducent Philip Morris. ‘In onze contacten met de Eerste en Tweede Kamerleden herkennen we dit beeld totaal niet. Het is echt niet zo dat de telefoon op de haak wordt gegooid.’ De lobbyist zegt de organisatie te hebben verzocht om het complete onderzoek, maar daarvoor moet hij tot de presentatie op 8 november wachten.

Volgens 79 procent van de respondenten blijft het gesprek het meest effectieve lobbymiddel. Kamerleden blijken bepaald niet onder de indruk te zijn van nieuwe media instrumenten zoals een sms’je of een e-mail. ‘E-mailen is echt zinloos, daar krijg ik er minstens 150 van per dag. Niet te doen,’ zo liet een van de ondervraagden weten. Een andere reactie luidt: ‘Misschien wel het ergste is de dvd; al bij het openingsdeuntje zitten we ons kapot te ergeren.’

Krijvenaar: ‘Die dvd’tjes zijn op zichzelf wel leuk. Maar wij geven toch de voorkeur aan het schrijven van een mooie ouderwetse brief. Daar kan later altijd nog een e-mail of een telefoontje op volgen.’ Feenstra, die zelf in het verleden in totaal twaalf jaar voor de PvdA in de Kamer zat, vermijdt liever ‘eenzijdige communicatie’. ‘Dat levert geen interactie op,’ weet hij. Een gesprek in Den Haag of een uitnodiging voor een werkbezoek zijn volgens hem de meest effectieve middelen. Feenstra: ‘Wij nodigen politici uit in de haven. Dan ondervinden ze met al hun zintuigen waar de haven voor staat.’ Het Havenbedrijf Rotterdam heeft de afgelopen maanden gewerkt aan een business case voor een nieuwe westelijke oeververbinding. Daarvoor is op drie verschillende plaatsen onderzoek gedaan naar de mogelijkheid een tunnel of een brug aan te leggen.

Het resultaat wordt tijdens de Randstadconferentie op 29 oktober 2007 overhandigd aan minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat. Feenstra: ‘Het mooie is dat de Kamer de minister al voor de presentatie heeft gevraagd om een reactie op het onderzoek. Dat lukt je niet als je alleen maar communiceert met een dvd’tje of een sms’je.’ Bij Philip Morris komt het niet gauw van werkbezoeken. Krijvenaar: ‘We laten Kamerleden graag onze fabriek in Bergen op Zoom zien. Maar de ervaring leert dat ze daar weinig tijd hebben.’

Lobbyisten moeten, zo blijkt uit het onderzoek, volgens Kamerleden ook goed geïnformeerd zijn. ‘De kwaliteit van informatie is een belangrijk criterium voor vertrouwen. Als het één keer niet klopt, zal ik de volgende keer minder geneigd zijn wat met informatie van die organisatie te doen,’ zegt een parlementariër. Daarnaast wordt lobbyen op het juiste niveau belangrijk gevonden. ‘Als ik nooit de voorzitter van de RvB te spreken krijg en alleen maar onderknuppels, heeft het geen zin,’ aldus een Kamerlid.

Peter van Keulen van Public Matters laat weten de enquête vaker te willen houden. ‘Dan kunnen we bijhouden welke ontwikkelingen zich voordoen.’ Daarnaast wordt er gewerkt aan een vergelijkbaar onderzoek onder topambtenaren, vanaf de functie van (plaatsvervangend)directeur. ‘Hoe hoger je kijkt in de organisatie, hoe groter de kans dat men in aanraking is gekomen met lobbyisten,’ aldus Van Keulen. Van dit laatste onderzoek zullen de resultaten rond de jaarwisseling bekend worden gemaakt.