oppositioneel effect
In de regeerperiode van het minderheidskabinet Rutte-1 (VVD en CDA), door de PVV gedoogd, heeft de oppositie, ondanks al het gekef, geen enkel wetsvoorstel kunnen blokkeren. Uit onderzoek van de stemmingen in de Tweede Kamer tussen 14 oktober 2010, de dag waarop het kabinet onder leiding van Mark Rutte werd beëdigd, en de val van dat kabinet op 23 april 2012 blijkt dat alle 218 wetsvoorstellen, waarover in die periode door handopsteken is gestemd, zijn aangenomen. De hamerstukken zijn niet meegeteld.
De regeringspartijen, de SGP en gedoogpartij PVV stemden het meeste voor. De Partij voor de Dieren en de SP waren de grootste dwarsliggers. De Partij voor de Dieren zag geen heil in 63 van de 218 wetsvoorstellen, de SP gaf in 56 gevallen geen steun.
Tweede Kamerleden dienden onder het kabinet-Rutte 791 keer een voorstel in om een wetsvoorstel te wijzigen. Daarvan werden er 271 aangenomen. Dat betekent dat ruim 34 procent van deze amendementen succes had.